De oude Egyptenaren meenden, dat men het vergaan van het lichaam na de dood moest voorkomen; de ziel moest namelijk de gelegenheid hebben in de graftombe terug te keren en een schuilplaats te vinden in het lichaam. Voor het balsemen van hun doden gebruikten de Egyptenaren bepaalde chemicaliën, die het lichaam uitdroogden; ongeveer op dezelfde wijze als wij tegenwoordig gedroogde vis en gedroogd vlees vervaardigen.
Daarna wikkelden ze het lichaam in linnen band, waarvan ze meestal enkele honderden meters nodig hadden. Een lichaam, dat op deze wijze behandeld is, noemen we een mummie.Het mummificeren van een mensenlichaam duurde destijds 70 dagen. In die tijd waren houtsnijders druk bezig met het maken van doodskisten; het lichaam van voorname personen werd namelijk begraven in verscheidene kisten, die nauwkeurig in elkaar pasten. De binnenste kist was dikwijls versierd met prachtig schilderwerk. Niet alle Egyptische mummies zijn van mensen afkomstig; er zijn mummies gevonden van praktisch alle diersoorten, die in het oude Egypte voorkwamen zoals de kat, de gazelle, de buffel en de krokodil. Ook zijn niet alle mummies uit Egypte afkomstig. Ook in Peru werden lang geleden de lichamen van overledenen gebalsemd en gemummificeerd. Als we over mummies spreken, bedoelen we meestal echter Egyptische mummies.