De maan zelf geeft geen licht. Dat ze desondanks duidelijk aan de hemel te zien is, komt doordat ze het licht van de zon weerkaatst.
Heel vaak (soms wel driemaal per jaar) verdwijnt de maan in de schaduw van de aarde. Op dat moment schermt de aarde het zonlicht af ... . en prompt houdt de maan op te schijnen. We noemen dit een maansverduistering of maaneclips. Als de maan geheel in de aardschaduw verdwijnt, spreken we van een totale eclips; verdwijnt ze slechts voor een gedeelte, dan is er sprake van een gedeeltelijke eclips. Ook tijdens een totale eclips wordt de maan niet helemaal onzichtbaar. Dat komt doordat de luchtlaag rondom de aarde sommige zonnestralen (vooral de rode) zó afbuigt, dat ze toch nog het maanoppervlak bereiken. In dat schaarse licht gaat de maan dan dofrood oplichten.Een maaneclips is alleen mogelijk bij volle maan; op het moment dus, dat de aarde zich tussen zon en maan bevindt. Dat er niet bij elke volle maan een maaneclips optreedt, komt doordat daarvoor bovendien zon, aarde en maan vrijwel in één lijn moeten liggen. Op andere tijdstippen is het voor de maan onmogelijk in de schaduwkegel van de aarde te komen. Behalve maaneclipsen zijn er ook zoneclipsen. Die komen voor als de maan tussen zon en aarde staat en op die manier een groter of kleiner gedeelte van het zonlicht afschermt. Een gedeelte: de maan is namelijk te klein en te ver van de aarde verwijderd om alle zonlicht van de aarde weg te nemen.
Ook hier maken we onderscheid tussen een totale eclips (als de schijf van de zon vrijwel geheel door het maansilhouet bedekt wordt) en een gedeeltelijke eclips. Bovendien kent men de ringvormige verduistering: dan bedekt de maan de zon zodanig, dat op het hoogtepunt van de eclips nog een ring van de zonneschijf om het verduisterde deel te zien is. Per jaar komen er minstens twee zoneclipsen voor; soms zijn het er wel vijf. Maar het zijn merendeels gedeeltelijke eclipsen.
Een zonsverduistering duurt niet zo lang als een maaneclips; de eerste duurt aan de equator nooit veel langer dan acht minuten, in onze streken maximaal zes minuten; de tweede kan wel eens twee uur duren.Bij een totale zonsverduistering is de ronde schijf van de zon geheel bedekt door het silhouet van de maan. Wat zichtbaar blijft is de corona van de zon: de ring van licht, dat door de zonne-atmosfeer wordt uitgestraald en die om de zonneschijf heen ligt. Zichtbaar blij ven ook de vlammen, die soms uit de zonnebol oplaaien. Ondanks dat alles schermt de maan bij een totale zoneclips zoveel licht af, dat het lijkt alsof de zon is ondergegaan.
Dieren reageren daar onmiddellijk op: kippen gaan op stok; nachvlinders komen te voorschijn en vleermuizen beginnen hun geruisloze vlucht. Na ten hoogste acht minuten echter is dit alles voorbij en breekt de dag weer aan.
Een maaneclips kan op de helft van de aarde worden waargenomen. Een zonsverduistering daarentegen kan alleen maar gezien worden in het kleine gebied, waarop de maanschaduw valt. Sterrekundigen maken vaak grote reizen om een totale zonsverduistering te kunnen waarnemen. Ze hebben er die moeite voor over, omdat er nog talrijke vragen over zon en sterren zijn, die alleen beantwoord kunnen worden door de bestudering van de verschijnselen, die zich bij een totale eclips voordoen. De mens is eeuwenlang bang geweest voor zons- en maansverduisteringen. Die angst is nu verdwenen; tegenwoordig weten we zoveel over deze natuurverschijnselen, dat we ze voor de komende eeuwen tot op de minuut af kunnen voorspellen!