Als iemand ‘hallo’ roept tegenover een massieve, stenen muur komt het geluid heel vaak terug; men hoort het dan als een echo.
Echo’s ontstaan als geluidsgolven op een hard, glad oppervlak stoten en daardoor teruggebogen worden. Het geluid wordt door zo’n wand op dezelfde wijze gereflecteerd als een spiegel lichtgolven terugkaatst. Voorwaarde is echter, dat de wand glad is; een ruwe oppervlakte zou de geluidsgolven breken en verstrooien.
In een dal, dat aan alle zijden omringd is door bergwanden, kan een geluid vele malen worden teruggekaatst; er ontstaat dan een meervoudige echo. Sommige plaatsen op aarde zijn beroemd om hun echo’s. In Nederland hebben we de ‘echoput’ op de Veluwe - maar die valt in het niet bij een vallei in Ierland waar van één hoornsignaal 100 echo’s werden opgevangen!
Om met echo’s te experimenteren moet men minstens 20 meter verwijderd staan van de wand, die straks het geluid zal moeten terugkaatsen. Als de afstand kleiner is, komt de echo zó snel terug, dat hij zich vermengt met het oorspronkelijke geluid. Juiste waarnemingen zijn dan natuurlijk niet meer te doen.