Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

Gepubliceerd op 07-10-2024

BONT

betekenis & definitie

Reeds eeuwen geleden kwam de mens in koudere streken op het idee om de huiden van bepaalde diersoorten te gebruiken als kleding en op die manier warm te blijven. Veel later lieten vorsten en vorstinnen hun kostbare kleding afzetten met een bontrandje om op die manier duidelijk te maken, dat zij de machtigsten in het land waren.

In de moderne tijd tenslotte is bont een gewaardeerde dracht geworden voor iedereen. Het is behalve een manier om warm te blijven ook een modieus kledingstuk geworden... en soms ook een middel om te laten zien hoe rijk men wel is. Want hoewel veel dieren een pels van bont bezitten is de ene pelssoort mooier dan de andere - en juist de mooiste bontsoorten zijn zeldzaam en dus duur geworden.De koning onder de bontsoorten is de pels van het sabeldier. Het mooiste sabelbont komt uit Siberië en het is zó zeldzaam, dat het indertijd alleen aan de keizerlijke familie van Rusland toegestaan was sabelbont te dragen.

Een andere dure bontsoort is hermelijn. Ze is afkomstig van het dier van die naam. De hermelijn verkleurt met de seizoenen; in de zomer is de pels van dit kleine roof diertje bruin, in de winter sneeuwwit. Vooral het witte hermelijnbont (met zwarte vlekken: het uiterste puntje van de staart) is altijd erg gewild geweest; het is deze bontsoort, die nog altijd verwerkt wordt in de statiegewaden van koningen en koninginnen. Andere geliefde bontsoorten zijn chinchilla (van een klein dier, dat in Zuid-Amerika voorkomt), bever, nerts, muskusrat, vos en zeehond. Ook konijnenbont wordt veel gebruikt; omdat het eerder slijt (en er genoeg konijnen zijn op de wereld) is deze bontsoort goedkoper dan vele anderen.

Oorspronkelijk was alle bont afkomstig van dieren, die onder vaak moeilijke omstandigheden gevangen werden door pelsjagers. Ook tegenwoordig wordt een deel van het bont nog op die manier verkregen. Daarnaast echter zijn er overal op de wereld zg. ‘bontfarms’ ontstaan: grote fokkerijen, waar de beste pelsdieren in grote hoeveelheden worden gefokt voor hun huid. Ook Nederland heeft zulke bontfarms, al zijn ze meestal kleiner dan bv. in Amerika. Vooral marters, nertsen en chinchilla’s worden hier veel gefokt.

< >