Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Namen (graafschap)

betekenis & definitie

(Fr. Namur), middeleeuws graafschap in het huidige België.

Ontstond uit de Merovingische Lommegouw (pagus Lornacensis), het gebied rondom de samenvloeiing van Maas en Samber, waarvan echter alleen de kern. de omgeving van de stad Namen, tot het graafschap bleef behoren, terwijl het overige overging in Brabants. Henegouws en Luiks bezit. De eerst bij naam bekende graaf was Berengarius (907—928/37), schoonzoon van → Reinier I van Henegouwen. Het gebied werd uitgebreid tijdens Albrecht m (1063—1102). Onder zijn zoon Godfried (1102—39) ging het grootste deel van Bruningerode verloren aan Leuven, maar hij breidde zijn gebied ten koste van Luik uit over een deel van de Haspengouw, van Condroz en Famenne. Hendrik de Blinde kon het gebied verder uitbreiden (→ Hendrik n(iv) van Luxemburg).

Deze wees 1163 zijn allodia toe aan Boudewijn IV van Henegouwen, maar door de geboorte (1186) van zijn dochter → Ermesinde (II) trachtte hij vergeefs deze regeling ongedaan te maken: 1188 veroverde Boudewijn. graaf van Henegouwen (V) en Vlaanderen (VIII) Namen; verenigde 1191 de drie vorstendommen en maakte het graafschap Namen over aan zijn jongste zoon → Filips I de Edele (1196-1212). Na diens dood kwam Namen aan het huis van Courtenay, dat na een successiestrijd tussen de afstammelingen van Hendrik de Blinde en die van Boudewijn v van Henegouwen, 1263 het graafschap verkocht aan → Gwijde van Dampierre, hetgeen bevestigd werd door diens huwelijk met Isabella van Luxemburg (1264). Hij werd 1298 opgevolgd door Jan I, oudste zoon uit zijn tweede huwelijk. Deze jongste tak van het Dampierre-gcslacht regeerde over Namen tot 1429. De laatste graaf was Jan III die, kinderloos zijnde, 1421 zijn rechten verkocht aan → Filips de Goede van Bourgondië, die na de dood van de graaf (1.3.1429) bezit nam van Namen. Het graafschap behield in het raam van de Ned. gewesten zijn eigen individualiteit tot aan de Franse overheersing 1794—95, toen het omgevormd werd tot het Dep. de La Sambre et Meuse. → Namen, provincie.Litt. L.Vanderkindere, La formation territoriale des principautés belges au Moyen Age II (1902-/03); D.D.Brouwers, L'administration et les finances du comté de Namur du xine au xive siècle (1926); F.Rousseau. Actes des comtes de Namur de la première race 946-1196 (1936).