Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Johan Maurits

betekenis & definitie

graaf van Nassau-Siegen, bijg.: de Braziliaan. *17.6.1604 Dillenburg, ✝ 20.12.1679 Bergendal (bij Kleef): zoon van Jan VII de Middelste. Onderscheidde zich in de Noordned.

Republiek in het leger van de stadhouders Maurits en Frederik Hendrik; 1636 gouverneur van Brazilië; stuitte hier op heftige tegenstand van de Portugezen, maar werd door de WIC onvoldoende gesteund omdat de bestuurders zijn kosten te hoog vonden; kwam bovendien in botsing met de calvinistische predikanten door zijn verdraagzaamheid ten opzichte van rooms-katholieken en joden; liet voor de ontwikkeling van de plantages op ruime schaal negerslaven uit Afrika invoeren. In het kader van deze slavenhandel liet hij aanslagen op de Portugese bezittingen in West-Afrika uitvoeren; liet bij Recife (Pernambuco) een vorstelijke residentie bouwen. Toen Portugal 1640 weer onafhankelijk werd, probeerde het de kolonie te heroveren. Door gebrek aan steun verliet Johan Maurits 1644 Brazilië; verbleef in Den Haag in het Mauritshuis, dat hij door Pieter Post had laten bouwen. Later trad hij weer in dienst van de Staat tot 1673: was ook nog enige lijd gouverneur van Utrecht.Litt. C.Molengraaff-Gerlings, Johan Maurits van Nassau en de korte bloeitijd van Hollandsch-Brazilië (1943); P.J.Bonman. Johan Maurits van Nassau, de Braziliaan (1947); C.R.Boxer. The Dutch in Brazil. 1624-54 (1973; Ned. vert. 1978): J.Nauta. Johan Maurits van Nassau (in: SH, 1980. met Litt.).

< >