Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Borsele

betekenis & definitie

(Borselen, Borssele), aanzienlijk Zeeuws geslacht, opgekomen in de 13e eeuw, dat goederen bezat nabij Borsele en Vere. Het stamslot was ‘De Berg (ook: Huis) van Troje’.

Filips van Borsele. Ned. edelman. *ca.l380, 113.7.1431; broer van Frank van Borsele: bekleedde in het graafschap Holland en Zeeland onder Willem vi en Jacoba van Beieren diverse staatsambten: was 1430 een van de drie gouverneurs die het landsbestuur over Holland en Zeeland uitoefenden. Na zijn dood werden zijn goederen wegens financieel wanbeheer door Filips de Goede verbeurdverklaard. maar zijn bloedverwanten kregen deze later terug.

Frank van Borsele, heer van Sint-Maartensdijk, graaf van Oostervant. Ned. edelman, *ca. 1395, ✝ 19.11.1471 Brielle; broer van Filips van Borsele. Bekleedde hoge functies in Holland. In 1430 verpachtte de Bourgondische hertog Filips de Goede het landsbestuur over Holland en Zeeland aan hem en zijn broers Filips en Floris, tot 1432 bleek, dat Frank van Borsele in het geheim met → Jacoba van Beieren gehuwd was, waarop hij gevangen gezet werd. Toen Jacoba 1433 afstand van de regering had gedaan. werd hij vrijgelaten. Het huwelijk met Jacoba werd 1.3.1434 kerkelijk ingezegend en hij kreeg de titel graaf van Oostervant; werd 1436 opperhoutvester en bleef in dienst van Filips de Goede en Karel de Stoute. 1445 ridder in de Orde van het Gulden Vlies.

Hendrik van Borsele. heer van Vere, graaf van Grandpré (1467), Ned. edelman, ✝ 15.3.1474 Zandenburg; vader van Wolfert II van Borsele. Van Borsele. admiraal van de Bourgondische hertogen Filips de Goede en Karel de Stoute, nam 1426 deel aan de Slag bij Brouwershaven tegen de krijgsmacht van Humphrey van Gloucester. Verwierf zich door handel grote rijkdommen, werd opperhoutvester van Holland; 1445 ridder in de Orde van het Gulden Vlies; leidde 1438 een oorlogsvloot tegen de Hanze; diende in Frankrijk als luitenant-admiraal en kocht 1467 het graafschap Grandpré in Champagne. 1470 admiraal van Zeeland.

Wolfert I van Borsele, heer van Vere, Ned. edelman, * ca. 1250, ✝ (verm.) 1.8.1299 Delft. Steunde de Vlaams Engelse politiek tijdens de regering van de Hollandse graaf Floris v. werd de raadsman van diens opvolger Jan I en kreeg deze geheel in zijn macht. Voerde een streng bewind, waardoor vooral de steden hem haatten. In 1299 werd hij in Delft door het volk vermoord.

Wolfert II van Borsele. heer van Vere. graaf van Grandpré, Ned. edelman, ✝29.4.1487; zoon van Hendrik van Borsele; gehuwd met Maria, zuster van Jacobus I van Schotland (✝1465) en sedert 1469 met Charlotte de Bourbon. Bekleedde hoge functies onder de Bourgondische hertogen Karel de Stoute en Maria van Bourgondië. In 1477 werd hij stadhouder van Holland en Zeeland; 1478 ridder in de Orde van het Gulden Vlies. In de Hoekse en Kabeljauwse twisten was hij Hoeksgezind, kon geen einde aan de twisten maken en legde 1480 zijn ambt neer.

Litt. W.C.Braat. De Berg van Troje. Het stamslot der heren van Borssele (in: Oudh. Meded. Leiden 38 en 42. 1957 en 61).