Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Apeldoorn

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Gelderland, gelegen op de Veluwe.

Komt het eerst in 793 voor als villa Apoldro. waarschijnlijk aan de Grift gelegen. De nederzetting. die zich naar het westen uitbreidde en 1295 als Apeldoorn voorkomt, ontwikkelde zich als kerkdorp in de buurtschap Orden. Hoewel geen Hanzestad, weerden er in de 15e eeuw vergaderingen van de IJsselsteden gehouden ter voorbereiding van gemeenschappelijke acties. Werd 1629 platgebrand door de Spanjaarden onder Salazar. Tijdens de Republiek was Apeldoorn een dorp in het landdrostambt Veluwe. In de 17e eeuw bezat Apeldoorn naast papiermolens ook enkele kopermolens.

Toen stadhouder Willem m door aankoop eigenaar van het voormalige jachtslot der Gelderse hertogen (thans Het Oude Loo) was geworden, liet hij 1685 het huidige paleis Het Loo bouwen (→ Het Loo). Nog in de eerste helft van de 19e eeuw had Apeldoorn een agrarische economie gericht op zelfvoorziening met als voornaamste produkten rogge en boekweit. In de tweede helft van deze eeuw begon Apeldoorns ontwikkeling door de aanleg van het Griftkanaal (1824-29). het Apeldoornsch Kanaal (1859-69) en de spoorlijnen Amersfoort-Zutfen (1876) en Zwolle - Deventer (1887 88). Apeldoorn ontwikkelde zich tot een villadorp. Koning Willem m stichtte er 1877 de eerste koninklijke Hogere Burgerschool.Litt. C.J.C.W.H.Amold, Apeldoorn in opkomst (1971): A.A.Alberts, Leven op de rand. Uit de gesch. van Apeldoorn (1973).