Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Veluwe

betekenis & definitie

landstreek in de Ned. prov. Gelderland.

Prehistorie en Oudheid → Gelderland. Ca. 1000 behoorde de Veluwe tot het machtsgebied van graaf → Balderik. Wat er bij diens val (1018) mee gebeurde is onduidelijk. In de 11e eeuw ontvingen de bisschoppen van Utrecht de grafelijkheid voor de Veluwe; 1076 heerste er een graaf Diederik. zoon van → Gerard I Flamens. Werd een twistappel tussen Utrecht en Gelderland, daar de Veluwe het bisschoppelijk gebied in twee delen splitste (→ Neder- en Oversticht). De hertogen van Brabant maakten er aanspraak op als erven van de hertogen van Neder-Lotharingen. die het van het bisdom in leen zouden hebben ontvangen.

Hendrik van Gelre (1141-82?) kreeg het van Brabant in achterleen bij zijn huwelijk met de Brabantse hertogsdochter Agneta. Bisschop Boudewijn II (1178-96) trachtte vergeefs de gaping in zijn territorium te dichten, maar tegen de leenman Brabant en de achterleenman Otto I van Gelre kon hij niet op. De leenband met Utrecht werd 1196 door keizer Hendrik vi opnieuw vastgesteld. Tenslotte kwamen bisschop Gwijde van Henegouwen en graaf Reinoud i 1311 overeen, dat de Gelderse graven de Veluwe voortaan onmiddellijk van de Utrechtse bisschoppen in leen zouden houden zonder daarin de Brabantse hertogen te hoeven erkennen. Sedertdien is de Veluwe met Gelre verenigd gebleven. De afhankelijkheid van Utrecht verdween door de achteruitgaande macht van de bisschop.

Tijdens de Noordned. Republiek vormde de Veluwe een kwartier van Gelderland (→ kwartieren) en telde vijf stemhebbende steden. Arnhem. Harderwijk. Wageningen. Hattum en Elburg; twee grote ambachten, het landdrostambt van de Veluwe en het richterambt van Veluwenzoom. alsmede vier kleine ambachten.

Oldenbroek. Nieuwbroek. Hoevelaken en Scherpenzeel. Daarnaast twee Hoge Heerlijkheden. Rozendaal en Doorwerth.Litt. D.Verbeek Jr. en H.van Gortel, Gesch. der Neder-Veluwe (1888; herdr. 1974); E.J.Demoed. Van een groene zoom aan een kaal kleed, gesch. van de westelijke Veluwezoom (1953); B.H.Slicher van Bath, Studiën betreffende de agrarische gesch. van de Veluwe in de Middeleeuwen (in: Afd. Agr. Gesch. Bijdr.

Wageningen, 1964): H.K.Roessingh. Beroep en bedrijf op de Veluwe in het midden van de 18e eeuw (in: Afd. Agr. Gesch. Bijdr. Wageningen. 1965); J.J.Hacke-Oudemans.

Bijdragen tot de gesch. van de Veluwe (1969); M.van Doorn en B.Paasman (red.). Een historisch hoekje der Veluwe (1974); B.Paasman (red.). Veluws verleden, naar A.van den Berg’s 'Geografie van de Veluwe' 1796 (1974); C.M.Blommesteijn e.a. (red.), De Veluwe. Archeologisch-historische verkenning van de bewoningsgesch. tot 1200 (1977).