geb. 10 Jan. 1635 te Leeuwarden, zoon van den predikant Theodorus Gerardi a B. (geb. te Enkhuizen 1608,gest. te Makkum 1692), werd insgelijks predikant 1662 te Exmorra in Friesland, 1665 te Stavoren, 1670 te Harlingen, 1683 te Rotterdam, waar hij 30 Oct. 1711 stierf. Hij was een der voornaamste godgeleerden van zijnen tijd, en zeer vroom van levenswandel; wegens zijn strijd met de regering van Rotterdam over het regt der Overheid in de Kerk, werd hij eenigen tijd in zijne bediening geschorst.
Zijne vele geschriften, in der tijd zeer geacht, stonden nog in de 19e eeuw in hoog aanzien bij die orthodoxe Protestanten, die zich later onder den naam van Afgescheidenen tot een eigen kerkgenootschap hebben vereenigd.
