1) lat. Tutigri, een volk in Gallië, in Germnmca 2a, tusschen de Atuatnken ten Z.W. en de Ubiêrs ten N.O.
Oorspronkelijk uit Germanië over den Bijn, kwamen ze zich in Gallië nederzetten in het land der Ehuronen, toen deze door Gesar waren nilgeroeid (51 v. Chr.); ze breidden zich later uit in hel woud der Ardennen, tusschen de Schelde en den Rijn; hunne hoofdstad heette Tutigri of Alualuca Tungrorum, zijnde de tegenwoordige stad T.,die 6 uren gaans bennordw. Luik in bolg. Limburg ligt, in 't Fransch Tongres heet, en 7000 inw. telt. Die stad werd verwoest door de Vandalen en Gothen (375), door Atlila (450), door de Noormannen (881), door Karel den Stoute (1408), ontmanteld door de Franschen 1673, die T. andermaal innamen 1677.2) dorp; zie TONGELRE.