Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Vandalen

betekenis & definitie

een germaansch volk, dat voor het eerst in de geschiedenis vermeld wordt in de tweede helft der 2e eeuw na Chr., op de noordoost-heliing van het Reuzengebergte, doch in de 3e eeuw in het zuiden van Trajaansch Dacië, beoosten den benedenloop van den Tibiscus (in 't tegenwoordige banaat Temesvar). Voor ’t grootste gedeelte vernietigd door de Gothen, ontvingen de V. van Constantijn den Groote vergunning om zich in Pannonië neder te zetten.

In het begin der 5e eeuw trokken zij westwaarts, overschreden in 406, gezamenlijk met Sueven en Alanen, den Rijn, overweldigden Gallië, drongen in 409 voort tot in Spanje, en vestigden zich, onder hunnen koning Gonderik, hoofdzakelijk in Baitica, dat naar hen den naam aannam van Vandalilia (later verbasterd in Andaluziè); reeds spoedig namen zij ook Cartaginensis in bezit, dat aan de Alanen toebehoorde, en vermengden zich met dat volk. Door de Westgothen en de Sueven aanhoudend verontrust, verlieten de V. in 428 Spanje, en staken onder aanvoering van hunnen koning Genserik (Gonderik's broeder) naar Africa over, waar hunne hulp ingeroepen was door graaf Bonifacius, den stadhouder dier provincie. Zij zetteden zich eerst in Mauritanië neder, veroverden vervolgensde gansche diocese van Africa, daaronder begrepen Carthago, dat zij in 439 innamen, en dat hunne hoofdstad werd. Zij strekten hunne verwoestingen uit over het geheele kustland der Middellandscbe Zee, plunderden zelfs de stad Rome 14 dagen lang (455), en kenmerkten zich derwijze door barbaarschheid en vernielwoede, dat hun naam geenerlei andere herinnering heeft achtergelaten dan die van een allesverdelgenden zwerm woestelingen: dolle vernielzucht, inzonderheid gericht tegen voorwerpen van kunst, wordt totop den huidigen dag Vandalismusgenoemd. De V. werden uitgeroeid (534) door Belisarius, die, naar Africa overgestoken, hun koning Gilimer versloeg te Tricameron in Byzacene.Koningen der Vandalen, zoo in Spanje als in Africa.

Godegisil 406

Gonderik 406

Genserik 427

Hunerik 477

Gundamond 484

Tbrasimond 496

Hilderik 523

Gilimer 530—534

De meeste V. uit Africa werden overgebracht naar Azië en daar in den oorlog tegen de Perzen gebruikt; de in Africa achtergeblevene V. versmolten in de romeinsche en moorsche bevolking. Een gedeelte der V. was in Germanië gebleven; naar men wil bestaat daarvan tusschen de Elve en de Oder nog een overschot, dat, hoezeer onder de pruisische wet staande, niettemin een eigen koning heeft, en nog eene zekere mate van nationaliteit heeft behouden. De hertogen van Mecklenburg voeren tot op den huidigen dag den titel van Prins der Vandalen.