Sergius (paus)

betekenis & definitie

naam van vier pausen, nl.:

I, de heilige, uit Antiochië, paus van 687 tot 701, liet op de synode te Aquileja (698) de geschriften van Theodorus van Mopsuestia, die van Tbeodoret, en eenen brief van bistchop Ibas van Edessa (de zoogenaamde Drie Kapittelen) veroordeelen. Kerkelpe gedenkdag 9 Sept.

II, opvolger Tan Gregorins IV, werd 844 gekozen, zonder de goedkeuring Tan keizer Lotharius I, die zich tegen deze keus rerzette. Als paus bevestigd door eene vergadering van bisschoppen, en Lodewijk, den zoon van Lotharins I, gewijd hebbende ais koning der Longobarden, bleef S. II in 't bezit van den pauselijken stoel, doch stierf reeds in 847. Onder zgn bewind werden de omstreken van Rome geplunderd door de Arabieren.

III, een Romein, paus van 904 lot 911, was een gunsteling van de beruchte vrouwen Tlieodora en Morosia; met laatstgenoemde leefde hij in ontucht, en verwekte bij haar den zoon, die later paus werd onder den naam van Johannes XI. Reeds in 898 was hij verkoren, te gelijk met Johannes IX; zijne partij was toen echter de zwakste, zoodat hij zijn bahoud had moeten zoeken in de vlucht: hij had toen de wijk naar Toskanen genomen; doch toen zijne partij in 904 boven dreef, kwam hij in triomf naar Rome terug.

IV, uit Rome, heette vóór zijne verheffing Pielro Bocca di Porco, d. i. Petrus Varkenssnoet; hij was paus van 1009 tot 1012.