I, keizer van het westersch-rom. rijk, oudste zoon van Lodevvijk den Vrome of Zachtmoedige, geb. omstr. 795, werd door zijnen vader tot mede-keizer benoemd in 817, tegelijk erkend als koning der Franken, en nam in 820 den titel aan van koning der Longobarden. Later wilde Lodewijk nieuwe beschikkingen maken, ten einde ook te zorgen voor zijnen jongsten zoon, Karel (bijgenaamd de Kale), die geb. was, na de eerste deeling van zijn rijk; doch nu kwam L. met zijne twee broeders, Lodewijk (den Duitscher) en Pepijn, tegen hunnen vader in opstand, en wierp hem twee keeren (830 en 833) van den troon; doch beide de keeren zag hij zich genoodzaakt de kroon aan zijnen vader terug te geven.
Na den dood van Lodewijk (840) alléén keizer gebleven, wilde L. zich meester maken van de landen zijner twee broeders, Karel den Kale en Lodewijk den Dnitscher; doch deze sloten een verbond tegen hem, en brachten hem de nederlaag toe bij Fontenay (of Fontenet) in Auxerrois (841). Bij een verdrag, dat de drie broeders sloten te Verdun (843), behield L. den titel van keizer, benevens Italië, Burgundiê en de oostelijke provinciën van Frankrijk. Zijne hoofdstad was Aken. Eenige dagen vóór zijnen dood deed hij afstand van den keizerstroon, en deelde zijn rijk tusschen zijne drie zonen: Lodewijk (II) bekwam het koninkrijk Italië met den titel van keizer; Karel ontving Provence, tot Lyon; Lotharius (II) bekwam het land, dat vervolgens naar hem den naam droeg van koninkrijk Lotharingen. In het jaar 855 stierf L. I, in de abdij van Prum, in de Ardennen.II, koning van Lotharingen, tweede zoon van Lotharius I, ontving tot zijn aandeel het land gelegen tusschen den Rijn en de Maas, welk land naar hem den naam aannam van Lotharingen (Lotharingia). Hij trad in verbond, eerst met zijn broeder Lodewijk II van Germanië tegen zijnen oom Karel den Kale, en daarna met dezen tegen Lodewijk. Hij verstiet zijne vrouw Teutberge (862) om te trouwen met Valdrade, die sedert lang zijne bijzit was; doch de pans dreigde hem met den banvloek der Kerk, en noodzaakte hem zoodoende, zijne eerste vrouw terug te nemen. Hij stierf in 869, van Rome terugkomende, werwaarts hij zich begeven had om den paus vergiffenis te vragen.