naam van drie oltomanische sultans,nl.:
I, bijgenaamd de Woestanrd, zoon van Bajazet II, geb. 1467, regeerde van 1512 tot 1520. Vol moed en uitstekend dapper, maar eerzuchtig, trouweloos en wreedaardig, stiet hij zijn vader van den troon en liet hem om het leven brengen, gaf bevel tot het ter dood brengen van verscheidene zijner broeders, verklaarde den oorlog aan lsmaël, schacli van Perzië, welke sjyitische vorst de Siinnieten vervolgde, versloeg hem bij Tsjeldir of Tsjalderan (1514), onderwierp Syrië (1516) en veroverde Egypte, waar hij een einde maakte aan de macht der Mamelukken (1517). Bovendien deed de laatste der abbassidische kalifeu aan S. afstand van den titel van imam, met de macht van kalif, waardoor S. verheven stond bnven al de andere mustilmansche vorsten.
II, bijgenaamd de Dronkaard, werd 1566 sultan, beoorloogde den Paus, Filips II van Spanje, de Veuetianen, aan wie hij Cyprus ontweldigde (1570), verloor 1571 den groolen slag van Lepanto, doch heroverde 1573 Tunis op de Spanjaarden.
III, geb. ornstr. 1761, beklom den troon bij den dood van zijnen oom Abd-ul-Hamid (1789), voerde eerst tegen Rusland en Oostenrijk een ongelukkigen oorlog, waarin hij Otsjakow verloor, en die beëindigd werd door den vrede van Jassi (1792). Hij maakte gemeene zaak met Kngeiand toen Bonaparte zijnen inval in Egypte deed, doch sloot 1802 vrede met Frankrijk, en hield zich van dat nogcnblik af hoofdzakelijk bezig met de verwezenlijking van zijn lievelingsplan, om in zijn rijk de lurksche zeden en gewoonten te doen plaats maken voor de enropcesche beschaving. Zijne maatregelen, doorgedreven met te weinig bebeleid, maakten het volk en de jnnilsarcn misnoegd, en door eene plotseling plaats grijpende omwenteling werd hij van den troon gestooten, en gevankelijk in het serail geplaatst (1807). Toen Mustapha Bairaktar eene poging deed om S. op den troon te herstellen, werd de ongelukkige S., op bevel van sultan Mustapha IV, gewurgd (1808).