Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Quakers

betekenis & definitie

d. i. Sidderaars of Bevers, eene kerkelijke secte, die zich zelve “Genootschap van Evangelische Vrienden” (Society of Evangelicat Friends) noemt.

Dit genootschap werd 1647 gesticht door George Fox, een schoenmaker in T engelsche graafschap Leicesler (zie Fox), en breidde zich zeel spoedig uit. In Engeland vervolgd, slichtte William Penn verscheidene gemeenten van Q. in NoordAmerika (zie PENN). Eerst bij de Tolerantie-acte van 1689 werden zij in Engeland geduld. Men vindt ook nog Q. in Holland, waar ze zich in 1638 nedergezet hebben; zoo ook in 't zuiden van Frankrijk (bij Nîmes), in lluitschland (in de streek van Pyrntout en Minden), in Noorwegen, in Australië. Doch bet talrijkst is de secte der Q. in de Vereenigde Staten van Noord-Amenka. De 0., die zich ook wel Zonen of Bekenners des Lichts noemen, zijn tegenwoordig verdeeld in verscheidene seclen (Natte Q., Droge of Strenge Q., vrijë of Vechtende Q., Hicksieten, Nicolieten, etiz.); ze hebben overigens veel van hunne oorspronkelijke zonderlingheden afgelegd. Zeer verdienstelijk hebben de Q. zich gemaakt in bet streven naar afscballing van de slavernij.

< >