Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Minden

betekenis & definitie

of Pruisisch Minden, versterkte stad in pruis. Westfalen, aan de Weser, 47 mijlen bewesten Berlijn; 15,500 inw. (bovendien 3000 man garnizoen).

Bij M. werd aan den franschen maarschalk de Contades (1750) de nederlaag toegebracht door den hertog van Brunswijk. Vroeger was M. de hoofdstad van het Bisdom M., dat, omstr. 803 gesticht door Karel den Groote, in 961 door Otto den Groole met souvereine rechten werd begiftigd, en bij den Westfaalschen vrede (1648) geseculariseerd en aan Pruisen gegeven werd als vergoeding voor Pommeren, dat aan Zweden afgestaan werd. Het prinsdom M. werd 1757 door de fransche armee bezet, doch 1759 weder ontruimd. In 1806 heroverd door Napoleon, maakte M. gedurende drie jaren (1807—1810) deel uit van het koninkrijk Westfalen, werd vervolgens nagenoeg in zijn geheel ingedeeld bij het fransche dept. der Monden van de Weser (1810—13); doch het Weener Congres gaf M. aan Pruisen terug, dat daarvan het tegenwoordige regeerings-district M. vormde (1816), hetwelk circa 96 vierk. mijlen groot is (met ruim 472,000 bewoners en 7000 man troepen) en bestaat uit de prinsdommen M„ Paderborn en Korvei, de graafschappen Ravensberg en Rietberg, de heerlijkheid Rheda, en het voormalig hanoversche amt Rockenberg.

< >