nederlandsch geschiedschrijver en dichter, geb. 16 Maart 1581 te Amsterdam, waar zijn vader eenigo jaren later burgemeester werd, gest. als drost van Muiden 21 Mei 1647 te 's-Hage, waarheen bij zich begeven had ter begrafenis van prins Fredcrik Hendrik. Om niet van zijne vele verdienstelijke dicht- en tooneelwerken en van zijne uitmuntende vertaling van Tacitus te spreken, vermeiden wij als zijn eerste bist. werk: Het leven van Hendrik IV, hontng van.
Frankrijk (1626), waarvoor hij door Lodewijk XIII tot den adelstand verheven en met de ridder-orde van StMichiel begiftigd werd; doch onsterfelijk heeft hij zijnen naam gemaakt door zijne van 1556 tot 1587 loopende Nederlandsche Historiën (2 dln. Amst. 1642—’54; nieuwste druk 5 dln. Groningen 1845).
