hertog van Castiglione. geb. te Parijs 11 Nov. 1757, zoon van een metselaar en eene fruitvrouw, was eerst fransch karabinier, vervolgens in napelsche dienst; 1792 met zijne landslieden uit Napels gebannen, trad hij in fransche dienst, was 1794 reeds brigade-, 1796 divisie-generaal. In 1796 naar Italië gezonden deed hij daar wonderen van dapperheid bij de brug van Lodi, te Castiglione (waarnaar hij 1805 zijn hertogstitel ontving), op de brug van Arcole, en werd 9 Aug. 1796 bevelhebber der 17e militaire divisie te Parijs; den 4 Sept. (18 Fructidor),op last van het Directoire,overviel hij de wetgevende vergadering,en nam de gedoodverwde afgevaardigden gevangen; voor deze daad van brutaal geweld werd hij vereerd met den titel van «Redder des vaderlands".In 1799 werd hij lid van den Raad der Vijfhonderd; hij verzette zich echter niet tegen den staatsgreep van 18 Brumaire, en tot belooning daarvoor gaf Napoleon hem het opperbevel over de armee in Holland; 1804 werd hij maarschalk, 1805 hertog.
Aan de veldtogten van 1805 en 1806 nam hij roemrijk deel, streed 1809 in Italië, 1810 minder gelukkig in Spanje; 1813 was hij kommandant van het 11e armee-korps te Berlijn, later gouverneur-generaal van Frankfort en Wurtzburg, van waar hij zijn korps deed oprukken naar Leipzig, waar hij weder uitblonk door moed en onverschrokkenheid. In 1814 voerde hij bevel te Lyon, doch kon den intogt der Geallieerden niet beletten. Een der eersten om de Bourbons te erkennen, maakte hij des keizers val bekend in zulke bewoordingen, dat Napoleon hem een verrader noemde, en hem later niet vertrouwde, toen hij, als pair van Lodewijk XVIII, in de Honderd Dagen de troepen van de 14e militaire divisie aan Napoleon’s zijde bragt. A. was lid van den krijgsraad over Ney,doch verklaarde zich onbevoegd, bleef zonder aanstelling, en stierf 11 Junij 1816.