dorp met circa 300 inw. in Zeeland, 7 uren gaans bezuiden Goes, en anderhalf uur g. benoordoosten Sas-van-Gent; was eertijds eene sterke vesting, die 21 Juni 1600 (destijds nog maar eene schans zijnde) bemachtigd werd door prins Maurits, terwijl hij naar Nieuwpoort in WestVlaanderen ging. Kort daarna weder in handen der Spanjaarden, werd P. door den schoonzoon van prins Frederik Hendrik veroverd, na vier dagen kloeken weerstand geboden te hebben (7—11 Sept. 1633).
Daarop 29 Sept. 1633 door eene talrijke spaansche krijgsmacht aangetast, werd P. echter door de nederlandsche troepen dapper verdedigd, zoodat die poging mislukte. In den nacht van 8 op 9 Mei 1635 beproefden zij andermaal zich bij overrompeling van P. meester te maken, doch ook ditmaal tevergeefs. In 1747 (5 Mei) werd P., na zich twee dagen kloek verdedigd te hebben, ingenomen door de Franschen, die het eerst na den vrede van Aken (1748) ontruimden, waarop het 28 Jan. 1749 weer door nederl. troepen bezet werd.