de noordoostelijkste en uit meer dan 1000 eilanden en eilandjes bestaande groep van den Oostindischen archipel; de P. hebben eene gezamenlijke grootte van 5S24 vierk. mijlen. Het voornaamste der P. is Luzon of Manila; dan volgen in belangrijkheid Mindanao, Soeloe of Sooloo,Palawan, enz.
De kleinere eilanden, dieLuzon omringen (Samar of Ibaba, Leyte, Panay, Mindoro, de Calamianen, enz.) worden dikwijls de hissmjos genoemd, naar het voornaamste der volkeren, die ze bewonen. De meeste der P. staan onder het gezag van Spanje; de volkeren, die niet aan Spanje onderworpen zijn, hebben hunne eigene mahomedaansche sultans of hoofden. Met de Marianen gezamenlijk vormen de P. een capitanaat-generaal van Spanje (5362 vierk. mijlen, bevolkt met vijfdhalf millioen zielen); de hoofdplaats van dat capitanaat is de stad Manila. in 1521 ten voordeele van Spanje ontdekt door ]de schepen van Magellaan, werden deze eilanden P. genoemd ter eere van Spanje's koning Filips (Philippus); eerst in 1568 werd er de eerste spaansche nederzetting gevestigd. Die kolonie werd al spoedig zeer bloeiend, en vele Chineezen kwamen er zich nederzetten; de sterke vermeerdering van hun getal werd weldra eene reden van bezorgdheid voor de Spanjaarden, die daarom in 1639 al de Chineezen vermoordden. In 1762 werd Luzon door de Engelschen veroverd, doch 1764 teruggegeven.