Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Meissen

betekenis & definitie

lat. Misnia, stad in Saksen, aan de Elve, 6 uren gaans benoordw.

Dresden; 10,500 inw.; werd 928 gesticht door koning Hendrik I als een bolwerk tegen de ten onder gebrachte Slawen, en staat sedert 1860 door een zijtak in gemeenschap met den spoorweg Leipzig-Dresden; merkwaardigheden van M. zijn: deonde goth. dom ; deAlbrechtsbnrg, met de 1710 opgerichte beroemde koninklijke porseleinfabriek (Meissenerporselein) en de St.-Afraschool (zie AFBA). Aan de westzijde van M. de Afraberg, die dooreen 6 eeuwen ouden brugboog verbonden is met den 130 parijs, vt. hoogen Schlossberg, die door middel van eenen breeden trap van 109 treden gemeenschap heeft met de binnenstad. Geboorteplaats van Schlegel en van Hahnemann, was M. indertijd de residentie der markgraven, burggraven en bisschoppen van M. Het markgraafschap M., in 928 door koning Hendrik 1 gesticht, kwam omstr. 1090 aan het geslacht Wittin, in welk huis het met Koenraad den Groote 1127 erfelijk werd. Uit dit markgraafschap ontstond het keurvorstendom en koninkrijk Saksen. Het bisdom 3VL, onderhoorig aan het aartsbisdom Maagdenburg, werd 965 gesticht door keizer Otto I, en door de Reformatie geseculariseerd. Het burggraafschap M., bevattende de kasteden Franenstein, Hartenstein, Rochsburg en vele andere verstrooide bezittingen, bestond sedert 1011, behoorde eerst aan de familie Wittin, eindelijk aan de graven Renss zu Plauen, en werd bij 't uitsterven van die linie (1446) npgeheven.

< >