twee keizers van Duitschland, nl.:
I, geb. 22 Maart 1459, zoon van keizer Frederik 111, was 1477 gehuwd met Maria van Burgundié, die de landen van haren vader Karel den Stoute geërfd had; door dit huwelijk werd M. in eenen Iangdurigen oorlog gewikkeld met Lodewijk XI, koning van Frankrijk, die aanspraak maakte op het bezit van Burgundië; 1486 werd hij tot roomseb koning verkoren, en 1493 volgde hij zijnen vader op als keizer. In 1495 voerde hij oorlog tegen Karel V1H, en droeg veel bij om dien vorst te noodzaken zijne veroveringen in het koninkrijk Napels en in Italië te laten varen. In 1508 verbond M. zich met den franschen koning Lodewijk XII en met den paus (in de zoogenaamde ligue van Kamerijk) legen de Venetianen; doch het duurde niet lang of hij onttrok zich aan dat bondgenootschap, en zette den koning van Engeland aan tot eenen oorlog tegen Frankrijk, waarin M. zelf als vrijwilliger diende in het engelsche leger, en het grootste aandeel had aan de overwinning van Guinegate of den Sporenslag (1513). Hij verzette zich ook tegen de verovering van het Milaneesche door Frans I, ontzette Brescia, dat door de Franschen belegerd werd, en berende Milaan (1516), zonder echter die stad te kunnen bemachtigen, terwijl hij zich kort daarna verplicht zag de wapenen neder te leggen. Hij stierf 12 Jan. 1519. Na den dood van zijne eerste gemalin was hij in den echt getreden met Binnca Sforza, de dochter van den 1476 vermoorden hertog van Milaan. In 1499 zag hij de Zwitsers zich losscheuren van het keizerrijk; daarentegen bracht hij de Nederlanden aan zijn huis, veroverde Tirol, Göi tz, Gradisca, en legde den grondslag, waardoor Spanje, Hongarije en Bohemen aan de Habsburgen kwamen. Hij werd als keizer opgevolgd door zijnen kleinzoon Karel V.
II, geb. 1 Aug. 1527, zoon van keizer Ferdinand I, was drie jaren onderkoning van Spanje, werkte mede tot het tot sland brengen van liet tractaat van Passau, werd 1562 roomsch koning en koning van Bohemen en Hongarije, 1564 keizer. Hij was in oorlog met Johannes Sigismond, vorst van Zevenbergen met de sultans Soliman II en Selim II, en sloot eindelijk (1568) met de Turken een voordeeligen vrede. Toen de hertog v. Anjou, koning v. Frankrijk onder den naam van Hendrik III, den troon van Polen verlaten had voor dien van Frankrijk, werd M. geroepen om hem in Polen op te volgen; doch Stephanus Bathori maakte zich daar van de kroon meester; en eer M. gelegenheid had om gewapenderhand zijne rechten te doen gelden, stierf hij 12 Oct. 1576. Hij werd als keizer opgevolgd door zijnen oudsten zoon (Rudolf II).