Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Lingen

betekenis & definitie

stad in het Hanoversche, aan de Ems, 11 uren gaans benoordw. Osnabrück; 4300 inw.; had van 1685 tol 1819 eene universiteit; was vroeger de hoofdplaats van Neder-Lingen, zijnde het tot de landdroslij Osnabrück behoorende hanoversche gedeelte van het oude graafschap L., dat achtereenvolgend aan de graven van Tecklenburg, aan de graven van Egmont-Buren, en aan Karel V toebehoorde, in 1809 bij het graafschap Berg gevoegd, 1810 bij Frankrijk ingelijfd en 1814 teruggegeven werd aan Pruisen, dat het Neder-gedeelte in 1815 afstond aan Hanover, welk koninkrijk echterin 1866 geheel en al door Pruisen werd veroverd.

< >