Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Ems

betekenis & definitie

veeltijds Bad-Ems genoemd, lat. Embasis, vlek en badplaats in bet hertogdom Nassau, aan de bevaarbare Lahn, derdhalf uur gaans van Coblentz, in een verrukkelijk dal; 4000 inw.; was reeds aan de Romeinen bekend, en is een der beroemdste badplaatsen van Duitschland.

Te E. werd 25 Aug. 1785 de zoogenaamde Emser Punctatio gesloten, zijnde eene tusschen de keurvorsten en aartsbisschoppen van Maintz, Trier en Keulen en den aartsbisschop van Saltzburg getroffene overeenkomst, ten doel hebbende eensdeels om de aanmatigingen te keer te gaan van den nuntius Zoglio te Munchen, anderdeels ook om de bevoegdheden der aartsbisschoppen tegenover die van den paus met meer klem te kunnen handhaven. De paus liet daartegen eene wederlegging opstellen, getiteld Responsie* super tmnliaturis (Rome 1789); en het geheele oogmerk, waarmede de Punctatio was overeengekomen, mislukte, doordien, behalve de paus, ook al de bisschoppen zich er tegen verklaarden, gebelgd als zij waren, dat men die zaak beklonken had buiten hen om.