Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Lapland

betekenis & definitie

in de landstaal Sameanda, de noordelijkste landstreek van Europa, splitst zich in noorweegsch, russisch en zweedsch L. Noorweegsch L. of Finmarken omvat het noordelijk, russisch L. het noordoostelijk, en zweedsch L. het zuidelijk gedeelte van L. „Zweedsch L. is ingedeeld in de Jemtlands-, Asele-, UmeH- of Lycksele-, Pitea-, Luleaen Tornea-Lapmark.

De hoofdplaals van zweedsch L. is Wardehuus, waar men een dag in het jaar heeft, die zes weken duurt, en een nacht, die even lang is. Over de grensscheiding tusschen noorweegsch (of deensch) en zweedsch L. ontstond in het begin der 17e eeuw een oorlog tusschen Christiaan IV en Karel IX. Een gedeelte van Tornea-L.en geheel Kemi-L. werd bij den vrede van Fredrikshamn door Zweden aan Rusland afgestaan en met Finland vereenigd. L. is een woest, boschrijk, deels bergachtig, deels vlak en moerassig land, dat door eene keten der noordsche Alpen doorloopen wordt, van welke verscheidene rivieren afslroomen, die zich ontlasten in de noorder Ijszee en in de Bottnische golf. De winter is lang en streng in L., de kort van duur zijnde zomer zeer heet. Alleen de kolonisten (in zweedsch L. omstr. 10,000) hebben paarden; het eenige tamme dier der Lappen of Laplanders is het rendier. De Lappen, die zich zelven Same of Sameiads noemen, zijn een finsch volk, omstr. 2800 hoofden sterk, waarvan er 5000 onder zweedsch, 13,000 onder noorweegsch, en 10,000 onder russisch gezag staan; ze zijn niet groot van gestalte, hoogstens 4 a 5 voet; men onderscheidt hen in veehoeders en visschers, zijnde vooral de laatste een ellendig en ontberinglijdend volk; de L. drijven handel in pelterijen, visch, rendierkaas, kinderspeelgoed, enz. De taal der Lappen is in onze eeuw spraakkunstig behandeld door Rask (Kopenhagen 1832), Friis (Christiania 1856), Castrén, Stocktteth, enz.

< >