Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Koenraad (overig)

betekenis & definitie

verschillende personen van dien naam, o. a.: K. van Lichtenau, veelal genaamd Conradus Urspergensis, sedert 1215 abt van het premonstratenzer klooster te Ursberg in Beieren, waar hij 1240 stierf, stond bij keizer Frederik II in hoog aanzien, en is lang gehouden voor den schrijver van een Chronicon (het eerst in 't licht gegeven door I’eutinger, Augsburg 1515). Deze kronijk is evenwel geschreven door Eckhardt, abt van Uraeh, en loopt tot 1101 ; is door een onbekenden Italiaan vervolgd tot 1229, en door Gaspar Hedion voortgezet tot 1539.

K. van Marburg, biechtvader van Elizsbelh van Thuringen, werd 1232 aangesteld als kettermeester van Duilschland, doch reeds in 1233 (30 Juni) in de nabijheid van Marburg door eenige edellieden overvallen en vermoord.
K. van Saksen, leefde in de 13 eeuw, en heeft eene Mooster-kronijk geschreven, die in ’t licht is gegeven door Mader (Helmstadt 1665).
K. van Wurtzburg, duitsch minnezanger uit de tweede helft der 13 eenw, woonde lang te Wurtzburg (vandaar zijn bijnaam).
K. van Zwaben, bisschop van Utrecht van 1076 tot 1099; zie onder bet vorige art.

< >