Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Jozef fesch

betekenis & definitie

stiefbroeder der moeder van Napoleon I, geb. te Ajaccio 3 Jan. 1763, eerst geestelijke, bekleedde 1796 het ambt van oorlogs-commissaris in Italië, en keerde, na de sluiting van het concordaat (1801) met Pius VIl, in den geestelijken stand terug; hij werd 1802 tot aartsbisschop van Lyon, 1803 tot kardinaal verheven, en vervolgens als fransch ambassadeur naar het hof van Rome gezonden; 1805 door Napoleon benoemd tot grootaalmoezenier van het keizerrijk, graaf en senateur, viel hij echter 1810 in ongenade bij den keizer, omdat hij als president van het in dat jaar te Parijs vergaderde concilie de houding van Napoleon, tegenover Pius VII, had afgekeurd; van dat tijdstip af tol 1814 leefde hij te Lyon als het ware in ballingschap. Bij den inval der geallieerden in Frankrijk vluchtte F. naar Rome, en hield daar verblijf tot aan zijnen dood, 13 Mei 1839.

< >