Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Johan wilh. van archenholtz

betekenis & definitie

(baron), geb. te Langenfurt voor Uantzig 3 Sept. 1745, was van 1760 tot het einde van den zevenjarigen oorlog officier in pruisische dienst, vervolgens lang op reis, wijdde zich daarna aan letterkundigen arbeid, en stierf 28 Februarij 1812 te Oyendorf in bet Holsteinsche. Hij begon zijne letterkundige loopbaan met het tijdschrift “Litteratuur en Volkenkunde”.

Zijne voornaamste werken zijn: »Engeland en Italië” (5 dln., 2e druk Leipzig 1787); “Annalen der britsche geschiedenis” (20 dln., Hrunswijk, Hamburg, Tubingen 1789 - 98.); »Geschiedenis van denZevenjarigen oorlog” (2 dln., Berlijn 1793); »Geschiedenis van koningin Elizabeth” (1789) en »Geschiedenis van Gustaaf Wasa” (2 dln. Tubingen 1801). Als staatkundig dagbladschrijver zette hij de 1792 aangevangene »Minerva” voort, waarin hij de groote gebeurtenissen van zijnen tijd behandelde met veel belangstelling en talent.

< >