Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Jacob van Oudenhoven

betekenis & definitie

gest. 1683 ais emeritus-predikant te Nieuw-Lekkerland, is bekend als verdienstelijk beoefenaar der oude vaderlandsche historie. Men heeft van hem eene menigte plaatsbeschrijvingen, o. a.: van de stad en meierij van ’s-Hertogenbosch (1649); van Heusden (1651); van Dordrecht (1660); van Zuid-Holland (1654); van Haarlem (1671); van de Alhlasserwaard (waarbij eene strafpredicatie, gehouden na de doorbraak van 1658, over het zedebederf van die dagen: Des avonds in de herberg ging het vecltje [de viool], daar sprong men en danste men als wilde en woeste menschen.daar hoorde men gezangen vanSodom en niet vanSion.vleeschelijk, niet geestelijk, ter eere van Bacchus en Venus, tot vermaak van het vleesch.de wereld en den duivel....).

< >