god van den wijn, zoon van Jupitcr en van de thebaansche prinses Semele. Zijne moeder, terwijl zij van hem zwanger was, omgekomen zijnde, werd B. door Vulcanus nit haar ligchaam genomen op last van Jupiter, die hem in zijne dij plaatste, waarB. het overige der negen maanden verbleef.
Zoodra hij geboren was, werd hijtoevertronwd aan de banden van Ino, zijne tante, die hem met behulp der nimfen opvoedde, tot hij groot genoeg geworden was om door de Muzen en door Silenus on' derwezen te worden. Van zijne kindschheid af ontkwam hij al de gevaren, aan welke hij door Juno, die jaloersch op zijne moeder was, aanhoudend werd blootgesteld. Volwassen, veroverde hij de Indiën met een leger mannen en vrouwen, die, in plaats van wapenen, met druiven beladen thyrsen droegen en trommels; daarop ging hij naar Egypte, waar hij den landbouw aan de stervelingen leerde, wijnstok plantte, en als god van den wijn werd vereerd. Van Egypte kwam hij naar Phrygië, waar hij in de mysteriën van de moeder der góden werd ingewijd. In den oorlog der Beuzen veranderde hij zich in een leeuw, en deed wonderen, aangevuurd door Jupiter, die hem aanhoudend toeriep ei’oc, d. i. moed, mijn zoon! Allen, die tegen de invoering waren van de eeredienst van B., werden streng door hem gestraft (Zie PENTHEDS, MINEIDES en EYCCRGUS van Thracië). Bacchus gaf zich weinig aan de vermaken der liefde over; evenwel huwde hij Ariana, die door Theseus op het eiland Naxos achtergelaten was. B. wordt voorgesteld met hoornen, als zinnebeeld van kracht en magt, op het hoofd, dat omkransd is met wijngaardloof, klimop of vijgenbladeren; zijn gelaat is dat van een jongeling, lagchende en zonder baard; in de eene hand houdt hij eene druiventros, of een hoorn, waarvan hij zich als drinkbeker bedient, in de andere een thyrsus, waarmede hij wijn uit de bronnen doet springen. Hij is gezeten nu eens op eene ion, dan weder op een wagen, getrokken door tijgers, leeuwen of panters. De ouden gaven aan god B. een aantal verschillende namen: Dionysus, Iacchus, Liber, Liiens, enz. Cicero telt 5 Bacchussen. Sommigen houden B. voor den zelfden als de Brahma der Indiërs.