(Constantijn), nederlandsch dichter en staatsman, geb. 4 Sept. 1596 te's-Gravenhage, gest. aldaar in Maart 1687, blonk evenzeer uit door zijne talenten als door aanzienlijke geboorte, en wordt gerangschikt onder de beste nederl. en latijnsche dichters der 17e eeuw.
(Christiaan), zoon van den vorige, geb. 14 April 1629 te 's-Gravenhage, gest. aldaar 8 Juli 1695, een der grootste wis-, patuur- en sterrekundigen van zijnen tijd, en een roem van ons land, die door alle vorsten van Europa geeerd en gevleid werd. Hij bezocht Frankrijk en Engeland, en van 1665 tot aan de herroeping van het edict van Nantes (1685) hield hij verblijf te Parijs, waar hij door Lodewijk XIV met de grootste onderscheiding werd behandeld, en waar hij zijne voornaamste werken heeft geschreven. De volledigste editie van H.’s werken is bezorgd door 's-Gravesande (4 dln. Leiden 1724; 2e druk 4 dln. Amsterdam 1728). Met Leibnitz en verscheidene andere beroemde geleerden stond H. in drukke briefwisseling; al zijne handschriften berusten in de bibliotheek der Leidsche hoogeschool ; door professor Uylenbroek werd daarvan een gedeelte in 't licht gegeven, nl. de briefwisseling van H. met Leibnitz en de l'Hôpital (2 dln. 's-Gravenhage 1834).