Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Huesca

betekenis & definitie

1) spaansche prov. in het noordoostelijk gedeelte van Aragonié, door de Pyreneên gescheiden van Frankrijk, is ruim 276 vierk. mijlen groot, en met 258,000 zielen bevolkt. De hoofdplaats H. ('t oude Osca), aan delsuela,12uren gaans benoordoosten Saragossa, met ruim 10,000 inw., eene universiteit, enz., was eene bloeiende stad in den romeinschen tijd; Sertorius stichtte er openbare scholen, en Julins Cesar verfraaide H.

In 1096 aan Pedro I ontweldigd door de Mooren, was H. gedurende een korten tijd de hoofdstad van een onafhankelijk rijkje, dat zich koningrijk noemde.2) Een ander H. met 1200 inw. en warme bronnen, ligt 11 uren gaans bewesten Hijar, aan den voet van een heuvel, op welks top de ruinen van het kasteel Penaflor.

< >