Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Cesar

betekenis & definitie

voluit Cajus Julius Cesar, beroemd romeinsch veldheer, levenslang dictator, geb. te Rome anno 100 v. Chr., was een neef van Marins.

In zijne jeugd vogelvrij verklaard door Sylla, had hij het behoud van zijn leven slechts te danken aan veelvermogende beschermers, en nam de wijk naar het hof van Nicodemus, koning van Bithynië. Na den dood van Sylla keerde hij in Rome terug, legde zich toe op de welsprekendheid, en wist de volksgunst te winnen door de gedenkteekenen der overwinning van Marins, die Sylla had doen omverhalen, weder op te rigten. Tot pretor benoemd (61 v. Chr.) werd hij naar Spanje gezonden, en maakte daar eenige veroveringen; bij zijn terugkeer (59 v. Chr.) werd hij consul. Aan zijnen ambtgenoot Bibulus slechts eene schaduw latende van gezag, vereenigde hij zich met Pompejus en Crassus, en vormde met hen het befaamde driemanschap, waardoor hnn het onbeperkte gezag werd verzekerd. C. lietzich (58 v. Chr.) benoemen tot stadhouder van Gallië voor vijf jaren, en na afloop van dat tijdperk liet hij zich nog voor vijf jaren in die waardigheid bestendigen. Deze tien jaren besteedde hij om Gallië te veroveren, en drong zelfs door tot in Britannië. Naijverig op zijnen roem, wilde Pompejus niet op nieuw den duur van C.'s stadhouderschap verlengen, en deed een decreet uitvaardigen, waardoor C. genoodzaakt werd zijn stadhouderlijk gezag neder te leggen. Verbolgen over deze behandeling, die hij als eene onregtvaardigheid beschouwde, trok C. den Rubicon over, die de grens vormde van zijne eigene provincie, en rukte op Rome aan, terwijl Pompejus met den Senaat uit de stad vlugtte; zonder slag of stoot deed C. zijnen intogt in Rome (49 v. Chr.) en liet zich nu het dictatorschap opdragen. Na in Italië en Spanje de onderbevelhebbers van Pompejus te hebben verslagen, bereikte hij dezen zelven in Thessalië, in de vlakten van Pharsalus, behaalde eene beslissende overwinning op hem, en noodzaakte hem naar Egypte te vlugten, waar Pompejusden dood vond. Eenige dagen na hem kwam ook C. in Egypte aan, beweende zijn lot, en om zijnen dood te wreken onttroonde hij den jongen Ptolemeus, die hem had laten ombrengen, en plaatste Cleopatra op den egyptischen troon. Uit Egypte toog C. (47 v. Chr.) naar Azië, waar hij in drie dagen tijds den in opstand gekomenen pontischen koning Pharnaces versloeg en onttroonde (bij deze gelegenheid schreef hij aan den Senaat te Rome de merkwaardige woorden Veni, vidi, vici, d. i. ik kwam, ik zag, ik overwon). Nu toog hij naar Afrika, waar hij de republikeinsche armee versloeg, die aangevoerd werd door Metellus Scipio en Cato (46 v. Chr.); van daar overgestoken naar Spanje, versloeg bii bij Munda den jongen Pompejus, en door deze overwinning had hij de pompejaansche partij vernietigd. Teruggekeerd te Rome, had hij daar een zegepralenden intogt, en deed zich (45 v. Chr.) benoemen tot consul voor zijn leven. Dus eindelijk het hoogste gezag in handen hebbende, maakte C. van zijne magt slechts een nuttig gebruik; hij schonk vergiffenis aan zijne grootste vijanden, verfraaide Rome, liet aan den mond van den Tiber eene haven aanleggen, hervormde de wetten, voerde een nieuwen kalender in, en riep eene menigte nuttige instellingen in het aanzijn. In weerwil van dit alles werd hij door de volbloed-republikeinen beticht naar het koningschap te streven, waarom ze eene zamenzwering tegen hem smeedden, en C. werd vermoord in den vollen senaat (15 Maart anno 44 v. Chr.) Onder de hoofdpersonen in de zamenzwering bevond zich Cassius, en zelfs Brutus, die door C. met weldaden overladen was. Cesar was niet slechts een groot veldheer en een groot staatsman; hij was tevens een uitstekend redenaar en een sierlijk schrijver. Van de vele door hem opgestelde geschriften bezitten wij slechts zijne Commentariën (De Bello gallico libri VIII en De Bello civililibriIII), die als een toonbeeld kunnen gelden van historische gedenkschriften. Het leven van C. is beschreven door Suetonius en door Plutarchus; ook bestaat een •leven van Cesar”, waarvan Julius Celsus, nagenoeg tijdgenoot van C., als de schrijver wordt beschouwd.