Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Dionysius

betekenis & definitie

1) bijgenaamd Areopagita, d. i. bijzitter van den Areopagus te Athene, werd door den apostel Paulus tol het Christendom bekeerd (Hand. 17 : 34). Als eerste bisschop van Athene stelde hij het feest Abazeen in, en onderging den marteldood voor het geloof (anno 95); gedenkdag 3 Oct.

2) de heilige, apostel van Galliè, werd omstr. 250 uit Rome naar Gallië gezonden; hij was de eerste bisschop van Parijs, stichtte in Frankrijk verscheidene kerken, en onderging 272, met zijne medgezellen Rusticus en Eleutherus, den marteldood, volgens sommigen ter plaatse van de tegenwoordige parijsche wijk Montmartre (mons Martyrum), volgens anderen te St.-Denis. Tot in de 18e eeuw was het een algemeen geloofd punt, dat deze D., nadat men hem onthalsd had, zijn hoofd in zijne handen genomen had en er mede weggeloopen was; zóó plagt hij dan ook afgebeeld te worden. Kerkelijke gedenkdag 9 Oct.
3) uit hoofde van zijne korte gestalte bijgenaamd Exiguus, d. i. de Kleine, was een geboren Scythe, kwam omstr. 500 als monnik naar Rome, waar hij als klooster-abt stierf omstr. 550. Hij berekende het jaar van Christus’ geboorte op 754 na de stichting van Rome, zoodat men op dat oogenblik in het 532e jaar was van de christelijke jaartelling, die naar hem aanvankelijk ook wel Dionysische jaartelling (Mra Dionysia) genoemd werd, en die voornamelijk sedert de 8e eeuw van lieverlede algemeen is geworden.
4) van Halicarnassus in Carië, grieksch geschiedschrijver en criticus, kwam omstr. 30 v. Chr. naar Rome, en gaf daar omstr. 7 jaren v. Chr. onder den titel van »Romeinsche Oudheden” een geleerd werk in het licht, bevattende de geschiedenis der eerste tijden van Rome tot het jaar 266 v. Chr. Van de 20 boeken, waaruit dat werk bestond, zijn de 9 eerste in hun geheel, 10 en 11 grootendeels, en van 12 tot 20 slechts fragmenten tot ons gekomen. Men heeft ook nog critische en rhetorische werken van D., als: Censura veterum scriptorum (Halle 1823, uitgeg. door Krüger in »Dionysii historiographica"); Ars rhetorica (Jena 1804, uitgeg. door Schott); De compositioneverborum (Jena 1815, uitgeg. door Góller). Al de werken van D. bijeen zijn uitgegeven door Sylburge (in fol. Frankfort 1586) en door Reiske (6 dln. in 8° Leipzig 1774).
5) van Thracië, bijgenaamd de Taalgeleerde, van thracische afkomst, doch geboortig uit Alexandrië, was een leerling van Aristarchus, en onderwees de fraaije letteren te Rome ten tijde van Pompejus. Men heeft van hem eene Grieksche Spraakkunst (uitgeg. door Fabricius in dl. 7 van de »Bibliothèque grecque” en door Bekker, 1816 te Berlijn, in dl. 2 der “Anecdola graeca").
6) bijgenaamd Periegetes, grieksch schrijver, geboortig uit Charax aan de Arabische golf, leefde ten tijde van Augustus, en schreef een geographisch leerdicht, getiteld Periegesis. De beste editie is die van Bernbardy in de »Geographi Graeci minores" dl. 1 (Leipzig 1828) en met latijnsche vertalingen die van 1717 te Oxford.

< >