(Flavius), romeinsoh keizer, was geb. in Gallié bij de Arverniérs,in het begin der 5e eeuw, en bij de Galliërs zeer gezien, omdat hij de Hunnen had helpen afslaan. Na den dood van Maximus werd hij te Toulouse als keizer uitgeroepen (455); doch na verloop van vier maanden werd hij door den patriciër Ricimer van zijne waardigheid ontzet; hij werd bij Piacenza geslagen, en had het behoud van zijn leven alleen te danken aan het ontvangen van de priesterwijding.
Hij werd tot bisschop van Piacenza benoemd. Zich nog niet veilig wanende, wilde hij (456) naar Auvergne terugkeeren, maar hij stierf op de reis. Sidonius Apollinarius was zijn schoonzoon.(Sextus Alcimus Ecditius), genaamd de heilige Avitus, aartsbisschop van Vienne in Dauphiné, neef van den vorige, ontving de wijding in 490, had deel aan de bekeering van Clovis en van Sigismond, koning der Bourgondiërs, en bewees groote diensten aan de godsdienst en aan de letteren. Hij was zelf dichter; men heeft van hem vijf kleine gewijde gedichten, waaronder een ÉpUre sur la chastcté. Hij stierf in 525. Men vereert hemden5Februarij.Zijne Oeuvres zijn door pater Sirmond uitgegeven, Parijs 1643, in 4°. Men moet hem niet verwarren met Avitus, abt van Micy bij Orleans, een anderen heilige die ook ten tijde van Clovis leefde; gedenkdag 17 Junij.