vlek in het middelste gedeelte van het deensche eiland Alsen, aan den Augustenburger Fjord, met 800 inw., en het kasteel der hertogen van Holstein-Sonderburg-A. Hier bouwde hertog Ernst Gunther van Sleeswijk en Holstein, die 1651 het ambt Stavesboil op Alsen van de deensche kroon kocht, een kasteel, dat hij ter eere van zijne gemalin A. noemde.
Naar dit kasteel noemt zich eene door den zelfden hertog Ernst Gunther (geb. 1009, gest. 1689) gestichte bijzondere linie van de linie Holstein-Sonderburg, welke laatste weder afstamt van hertog Johan, den broeder van koning Frederik II van Denemarken. Op hertog Ernst Gunther volgden in de Augustenburger linie Frederik Willem (geb. 1668, gest. 1714), Christiaan August (geb. 1696, gest. 1754),Frederik Christiaan (geb. 1721, gest. 1794), Frederik Christiaan (geb. 1765, gest. 1824) en hertog Christiaan Karel Frederik August, geb. te Koppenhagen 19 Julij 1798, die in 1853, toen zijne bezittingen door Denemarken gesequestreerd waren, eene schikking heeft getroffen, waarbij hij tegen eene zekere som gelds, zoowel van zijne bezittingen in de hertogdommen als van zijn erfelijk regt, ten behoeve van den deenschen koning afstand heeft gedaan. Zijn broeder, prins Frederik Ernile August (geb. 27 Aug. 1800),gemeenlijk prins van Noer genaamd, heeft tegen die acte van afstand geprotesteerd ;en in het laatst van 1863, bij de troonsbeklimming van eenen nieuwen koning van Denemarken, heeft de prins van A., gesteund door deduitsehe partij, op nieuw zijne aanspraken op de hertogdommen doen gelden (zie ook HOLSTEIN en SLEESWIJK, onder een van welke artikels wij het einde hopen te kunnen vermeldeu van deze verwikkeling, die thans den vrede van Europa dreigt te verstoren). Laatstgenoemde prins van A. heeft in der tijd onderbet pseudodie-m Onemander een werk uitgegeven, waarvan het parijsche dagblad Le Paijs in het begin van Jan.1864 eene fransche vertaling heeft aangekondigd onder den titel van “Herinneringen eener reis naar de kust van Coromandel en naar Bengalen doorZ. H. prins Frederik van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg”.Joh. Christiaan Wilh. Augusti
geleerd theologant, geb. 1772 te Eschenberga in het Gothascbe, gest. 28 April 1841 te Coblentz, was aanvankelijk rationalist, zocht daarna een middelweg, en werd eindelijk een verdediger van het oudkerkelijk systeem. Van zijne veie geschriften verdienen vooral melding: Denkwürdigkeilen aus der kirchlichen Archaologie 12 dln. Leipzig l817—31); Lehrbuch der christlichen Dogmenqeschichte (Leipz.l805;4e druk 1835; Beitrage zur christlichen Kimstgeschichle (dl. I, Leipz. 1841).
