d. i. verpachting, heette de bevoegdheid, welke voor eene zekere som gelds van Spanje gepacht werd, om, met uitsluiting van andere natiën, Negers uit Afrika als slaven te mogen invoeren in Spaansch-Amerika. Filips IV en Karel II verleenden zulk eenA.aan de Engelschen en aan de Hollanders; doch 1701 verloren de Engelschen het genot van hun A.,daar Filips van Anjon, die den spaanschen troon had beklommen,het A. verleende aan eene fransche maatschappij,de Guinee-compagnie, die nu den naam van Assiento-eompagnieaannam.Deze compagnie had het regt om in tien jaren tijds48,000Negers van beiderlei kunne als slaven in te voeren en te verkoopen in Spaansch-Amerika (het vasteland en decilanden).
Deze overeenkomst werd later vervangen door het Assiento-tractaat, zijnde een bij den vrede van Utrecht (1713) tusschen Spanje en Engeland aangegaan verdrag, krachtens hetwelk Engeland weder, met uitsluiting van andere natiën, de vrijheid zou hebben om gedurende dertig jaren Negers uit Afrika in te voeren in de spaansche koloniën in Zuid-Amerika. liet regtoin dezen verfoeijelijken slavenhandel te mogen drijven, stond Engeland vervolgens af aan de _ Zuidzee-compagnie, behoudens het beding dat Engeland jaarlijks een zoogenaamd Assiento-schip van eene bepaalde grootte naar de koloniën mogt zenden met allerlei koopwaren .De misbrui ken,die hieruit ontstonden,gaven 1739 aanleiding tot eenen oorlog tusschen Engeland en Spanje; en bij den vrede van Aken (1748) werd het bedoelde traktaat wel is waarvoor 4 jaren ten voordeele van Engeland vernieuwd, doch reeds twee jaren daarna, bij eene overeenkomst, die te Madrid gesloten werd, door Spanje afgekocht, en daarmede nam het traktaat voor goed een einde.