Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Aristophanes

betekenis & definitie

1) de grootste blijspeldichter der Grieken, trad voor het eerst op 427 v. Chr.

Van de 54 blijspelen, die hij geschreven heeft, bezitten wij nog slechts het volgende elftal: De Acharnen; Plutus; De Wolken; De Vrede; Lysistrata; De Kikvorschen; De Wespen; De Thesmophoriazusen of de Vrouwen aan het feest van Ceres als wetgeefster; De Ecclesiazusen of de Vrouwen in de Volksvergadering ; en De Ridders. Deze overblijfselen zijn ontegenzeggelijk de bloem van het oude blijspel; om er al de schoonheden en fijnheden van te kunnen begrijpen, moet men echter volkomen bekend zijn met de zeden en begrippen der oudheid. Zonder genade stelde A. in zijne komediën iedereen aan de kaak : wijsgeeren, staatsmannen, dichters, het volk van Athene, ja zelfs de góden. Hij deed dit op eene zoo verregaande wijze, dat men eindelijk genoodzaakt was 388 v. Chr.eene wet uit te vaardigen,waarbij ten strengste werd verboden ,nog levende personen op het tooneel voor te stellen of te noemen; en daarmede kwam een einde aan hetgeen men het Oude Blijspel noemt. De komediën van A. vloeijen over van geestigheid en luim; en ook in den versbouw was A. een meester; eene soort van anapestische verzen (Telrametri catalectici Aristophanici) wordt naar hem genoemd. Kaster te Amsterdam (1710, in fol.)en Bergler te Leyden (1760)hebben goede drukken van A.'s komediën bezorgd.2) A.van Byzantium,uitstekend alexandrijnsch laalgeleerdeen criticus, omstreeks264 v.Chr., was een leerling van Zenodotus en Eratosthenes, en stond aan het hoofd van de alexandrijnsche bibliotheek, had tot leerling den beroemden criticus Aristarchus, met wien hij den Canon (d. i. beredeneerden catalogus) der grieksche klassieke schrijvers opstelde (uitgegeven door Nanek, Halle 1848).Deze A. wordt als de uitvinder beschouwd van de toonteekens en lees- en scheileekens.

< >