Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Antiphon

betekenis & definitie

1) de eerste in de rij der tien attische redenaars, geb. omstreeks 480 v.Chr. te Rhamnus in Attica, nam als krijgsoverste, staatsambtenaar en gezant een belangrijk deel aan den peloponnesischen oorlog, werd echter beticht van verraad en 441 ter dood veroordeeld. De nog overig zijnde 17 redevoeringen van A. staan in de Oratores Attici van Reiske (dl. 7), van Bekker (dl. 1), van Baiter en Saupke (Zurich 1842) en van Muller (dl. 1, Parijs 1847), en zijn afzonderlijk uitgegeven door Matzner (Berlijn 1838).

2) een sophist, en voornaam tegenstander van Socrates, werd waarschijnlijk op bevel der 30 tirannen ter dood gebragt. —• 3) een treurspelschrijver, leefde en dichtte eerst te Athene, vervolgens bij den tiran Dionysius, dien hij aan zijne tragediën geholpen moet hebben, doch door wien hij ook om zijne groote vrijmoedigheid ter dood werd gebragt. Slechts de titels van twee zijner treurspelen (“Andromache'' en “Meleager”) zijn bekend.

< >