De eilandgroep der Molukken, tusschen 143° 52' tot 149° 5' oosterlengte en 2° 45'tol 4° 23' zuiderbreedte, bestaat uit 3 groote en 8 kleine eilanden (de AMBONSCHE EILANDEN), namelijk: A., Haroeko of Oma, Saparoea of Honimoa; Noessa-Laut, Ceram (325 vierk. mijlen), Boero of Buru (93vierk. mijlen), Ambloe, Manipa,Kilan,Bonoa en Ceram-Laut. Het klimaat, gepaard met de buitengewone vruchtbaarheid van den grond, bevordert den weelderigsten tropischen plantengroei, voornamelijk wat specerijen betreft.
De overblijfselen der oorspronkelijke bevolking, die zich in de gebergten en bosschen der binnenlanden ophouden, zijn de Anafoeras of Hanafoeras, beter gezegd, Alforas; behalve de bevolking van den maleischen stam en de Europeanen, die zich hier hebben nedergezet, ontmoet men ook vele zich hier gevestigd hebbende Hindoes, Chinezen en Arabieren. In 1564 werd de groep door de Portugezen veroverd; doch sedert 1607 is zij in het bezit van Nederland, ofschoon de Engelschen herhaaldelijk getracht hebben er zich meester van te maken. Opstanden op A. hebben plaats gehad 1615, 1643, 1651,1817. De bevolking der groep bedraagt ongeveer 282,000 zielen, meerendeels belijders van den Islam. Het eiland A. (maleisch: Thau) bestaat uit 2 door eene kleine landengte verbondene deelen, Hitor en Leitimor, beslaat 171 vierk. mijl, en telt 60,000 zielen. De hoofdstad van het eiland A. is Ambon (Amboina) met 20,000 inw. en levendigen handel. De stad heeft 1756 veel geleden door aardbevingen. Hier resideert de nederlandsche gouverneur der Molukken. In de nabijheid der stad ligt het fort Victoria, dat de stad bestrijkt, en dat, in 1605 door Steven van der Hagen vermeesterd, de eerste verovering der Hollanders was in die streken en als de grondslag is aan te merken van Nederlands gezag in Oost-Indie.
