Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Amersfoordt

betekenis & definitie

(Hendrik), geb. te Amsterdam 30 Mei 1796, studeerde eerst aldaar, toen te Leyden, werd 1818 rector te Sneek, 1827 schoolopziener, 1833 secretaris der provinciale commissie van onderwijs in Friesland; gest. 8 Mei 1843; gaf verscheidene verdienstelijke geschriften in het licht; en leverde met zijnen geleerden vriend U. A.

Evertz eene uitgave van het belangrijke «Verhaal van de verrigtingen der Jezuiten in Friesland door pater Willebrordus van der Heyden. Uit het latijn vertaald en van aanteekeningen voorzien” (Leeuwarden 1842). (Jacob), oudere broeder van den vorige, geb. 24 November 1786, gest. 23 October 1825, werd, na volbragte studiën, hoogleeraar in de oostersche taal- en letterkunde aan het atheneum te Harderwijk (1815); bij de opheffing van dat atheneum (1818) werd hij tot hoogleeraar in de godgeleerdheid benoemd aan dat te Franeker.

< >