Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Alexander i (rusland)

betekenis & definitie

Paulowitsj, keizer van Rusland (1801 tot 1825), geb. 23 December 1777, was de zoon van den toenmaligen grootvorst, die later keizer Paul werd, en van prinses Maria van Wurtemberg. Zijne opvoeding ontving hij, onder toezigt van zijne grootmoeder keizerin Catharina, van graaf Soltikow en den vrijzinnigen Zwitser, overste Laharpe.

In 1793 trad hij in het huwelijk met Elizabeth van Baden en beklom, als opvolger van zijnen vader. 24 Sept. 1801 den troon. Met omzigtigen ijver en vol edele menschenmin betrad hij den weg der hervormingen in het inwendige van zijn rijk, en sloeg krachtdadig de hand aan de regeling van het financie-wezen en aan de bevordering van handel en nijverheid. Intusschen vorderden buitenlandsche aangelegenheden herhaalde malen al zijne aandacht. Aanvankelijk stond hij zoowel met Frankrijk als met Engeland in goede verstandhouding; later noopte hem de veroveringzucht van Napoleon, tegen dezen op te treden, hetgeen hij eerst in gemeenschap met Oostenrijk deed en aan den slag bij Austerlitz persoonlijk deel nam. Vervolgens in vereeniging met Pruisen handelende, werd hij door de dagen van Eylau en Friedland tot eene zamenkomst met Napoleon gebragt, waarvan de vrede en een wederzijdsch verbond het gevolg werd. Nu verklaarde hij zich tegen Engeland, tastte Zweden aan, en door den vrede van Friedrichshamn (1809) hechtte hij Finland als wingewest aan de russische kroon. De vriendschap tusschen A. en Napoleon scheen bij gelegenheid van hunne bijeenkomst te Erfurt (1808) haar toppunt bereikt te hebben. Doch reeds in den oorlog van 1809 was de hulp, door Rusland tegen Oostenrijk verleend, zeer laauw. De verkoeling werd hoe langer hoe grooter, aan de zijde van Rusland te weeg gebragt door de rustelooze veroveringzucht van Napoleon en door den druk van het continentale stelsel. De inbezitneming van Oldenburg door de Franschen deed de volle maat overloopen, en in 1812 volgde de groote aanslag tegen Rusland, waarvan A. gerust het einde te gemoet kon zien, wanneer hij trouw bij zijn voornemen bleef, liever naar Siberie terug te trekken dan vrede te sluiten. Ook in den oorlog legde A. voortdurend grootmoedigheid en menschlievendheid aan den dag en genoot overal de hoogste volksgunst. De wonderlijke lotswisselingen en bestieringen,die hij doorleefd, de veelzijdige ondervinding van menschen en zaken, die hij had opgedaan, deden hem sedert dien tijd, vooral onder den invloed van mevrouw von Krüdener, tot eene mystiek-religieuse rigting overhellen, die meer en meer de opgeruimdheid wegvaagde uit zijn werken en hem vervulde met wantrouwen tegen zijnen tijd. De hervormingen, die hij voor Rusland beoogde, ontmoetten in de toenmalige tijdsomstandigheden onvermijdelijke bezwaren. Tegen het streven der bewegingspartij, die zich ook in Rusland begon te ontwikkelen, oordeelde hij, de hoofdleiders wantrouwende, maatregelen te moeten nemen, waardoor hij veel ontevredenheid veroorzaakte. In velerhande onaangename Verwikkelingen bragt hem de grieksche opstand, waarbij hij de tegenstrijdigste gevoelens en zienswijzen te overwinnen had. Onbestemde berigten aangaande liitgebreide zamenzvveringen verontrustten hem. In eene zeer gedrukte zielsstemming, en lijdend naar het ligchaam, vergezelde hij in September 1825 zijne zieke gemalin naar de Krim, werd daar zelf aangetast door de op het schiereiland heerschende landkoorts, en stierf te Taganrog 1 December 1825. Het gerucht,als zou hij vergeven zijn,is van allen grond ontbloot. Zijn huwelijk was kinderloos, en hij werd in de regering opgevolgd door zijnen broeder Nicolaas I. Onder meer gedenkteekenen ter zijner eere werd ook de obelisk op het Isaacsplein te Petersburg ter vereeuwiging van zijne nagedachtenis opgerigt.

< >