geb. 1812 te Moskau, werd als student eerst naar Perm, vervolgens naar Wjatka gebannen, bekleedde van 1842 tol 1846 rechterlijke betrekkingen te Wjatka, Wladimir en Nowgorod, verliet 1846 Rusland, en vestigde zich 1851 in de nabijheid van Londen. Reeds in Rusland had bij onder den iiaarn van »Iskander” veel geschreven, doch zijne liberale denkwijzen bleven in die geschriften beperkt binnen de enge grenzen der censuur.
Te Gelieve schreef hij Vom aniern Vier (Hamburg 1850) en Briefeaus Halten und Frankreich (Hamburg 1850). Later zagen van hem het licht: Aus den Memoiren eines Russen (4 dln. Hamburg 1854—59); GesammelteErzdhlmgen (Hamb. 1857); Russlands sociale Zustandc (Hamburg 1854); Die russische Verschwórmg mi der Aufstand vom 14 Dcc. 1825 (Hamburg 1858), en Mémoires de l'impératrice Catherine II (Londen 1859). In 1853 werd te Londen door H. een begin gemaakt met de uitgave in de russische taal van het jaarboek »De Poolster” en van het maandschrift »De Klok”, beiden in vrijzinnigen geest, deswege in Rusland verboden, doch niettegenstaande dat druk daar gelezen.