Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Albigenzen

betekenis & definitie

dus genoemd naar het gebied en de stad Albi, heetten de tegenstanders van het pausdom, die in het begin der 13e eeuw, aangevoerd door vicomte Raimond Roger van Beziers, in het zuiden van Frankrijk, in verzet kwamen tegen de door paus Innocentius III uitgeschrevene kruisvaart ter uitroeijing van de ketters. De Cathares (d. i.

Reinen) en Waldenzen, die verkeerdelijk ook met dezen naam zijn bestempeld, waren in die streken zoo talrijk en magtig geworden, dat de Kerk alles aan wendde, om deze ketters te onderdrukken. De legaat Petrus van Castelnau, die als bekeeringsprediker rondtoog, werd vermoord. Daarop verscheen een kruisleger onder legaat Arnold, abt van Citeaux, en Simon van Montfort. Beziers werd stormenderhand ingenomen en een vreeselijk bloedbad aangerigt, waarbij ruim 20,000 inw. ontkwamen. Hierop werd het gebied van graaf Raimond VI van Toulouse, ofschoon deze wegens het toelaten der ketters reeds boete gedaan had, door Montfort veroverd, die vervolgens hij de synoden te Montpellier en in het Lateraan (1215) erkend werd als heer en meester van deze veroveringen. Na zijnen dood nam Raimond VI weder met geweld bezit van zijn eigendom, en zijn zoon Raimond VII verdedigde het tegen de pauselijke legaten en tegen Lodewijk VIII van Frankrijk. In 1229 kwant de vrede tot stand. De ketters werden deels door de Dominicanen bekeerd, deels door de Inquisitie verbrand, zoodat hun naam omstreeks de helft der 13e eeuw allengskens verdwijnt. Vergelijk Fauriel, Croisade contre les Albigeois (Parijs 1838); Halm Geschichte der Keizer im Miltelaller (Stuttgart 184.5).

< >