Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Albi

betekenis & definitie

of Alby (lat. Albiga), hoofdstad van het dept.

Tarn in Frankrijk, aan den Tarn, 13,000 inw., eertijds de hoofdplaats der Ruleni provinciales (in Aquitanie I), tegenwoordig zetel van eenen aartsbisschop, van verscheidene staats-ligchamen, van eene burgerlijke regtbank en eene regtbank van koophandel. A. heeft eene schoone kathedraal-kerk, een aantal prachtige gebouwen van ouden datum en van later tijd, verscheidene wetenschappelijke inrigtingen en eenen levendigen coininissic-handel in laken, tafellinnen en pakdoek, wollen en katoenen stoffen, leder, likeuren, pastelverw, enz. De landstreek rondom A. heette eertijds het Albigesche (Albigeois). Hare bewoners, de Albigenzen, hadden bier menigvuldige godsdienstvervolgingen te verduren. A. is tweemaal verwoest: eens door de Sarracenen, en den tweeden keer in de vervolging tegen de Albigenzen. In 125a werd hier een concilie gehouden, om de ketterij der Albigenzen geheel uit te roeijen. A. is de geboorteplaats van Lapeyrouse.A. Zie ALBA 3).

< >