I, geboortig uit Albano, lot bisschop van Rome verkoren 402, beweerde als opvolger van Petrus den voornaamsten rang onder al de bisschoppen te bekleeden, en zocht zich te doen gelden als het hoofd der gansche Christenheid. Hij hechtte zijn zegel aan de uitspraak der synoden van Milevis en Carthago, waarbij de leerstellingen van Pelagius veroordeeld werden. Hij stierf 417, en werd later heiligverklaard, zijn kerkelijke gedenkdag wordt gevierd 28 Juli.
II een Romein, heette Gregorius Papareschi eer hij 1130 tot paus werd verkoren. Hij zag zich genoodzaakt voor den tegenpaus Anacletus II (zie dat art.) de vlucht te nemen naar Frankrijk, bij Lodewijk den Dikke, die te vergeefs pogingen deed om 1. op den pauselijken stoel te herstellen. Eerst na den dood van Anacletus (1138) kon I. naar Rome terugkeeren. In 1139 hield hij een concilie in Latranen; hij sprak over Lodewijk VII den banvloek en over Frankrijk het interdict uit, omdat de fransche koning den aartsbisschop van Bourges niet wilde erkennen; hij veroordeelde de leerstellingen van Abelard en van Arnold van Brescia; 1.11 stierf 1145.
III vierde tegenpaus van ALEXANDER III.
III geb. 1161 te Anagni, heette Lolharius Conti eer hij 1198 tot paus verkoren werd. Reeds dadelijk deed hij de almacht van het pauselijk gezag voelen, doordien hij het interdict over Frankrijk uitsprak, naar aanleiding van de echtscheiding tusschen Filips-August en Ingelburge. Na den dood van den duitschen keizer Hendrik VI nam I. III een werkdadig aandeel aan de zaken van Dnitschland; hij kroonde 1209 Otto van Brunswijk tot keizer, maar zette hem zeer spoedig weder af, om den jongen Frederik 11 in zijne plaatste stellen.Ook Engeland s koning Jan zonder Land, die den door den paus benoemden aartsbisschop van Canlerbury niet wilde erkennen, werd deswege door I. III van den troon vervallen verklaard ; doch toen koning Jan zich spoedig aan 's pausen gezag onderwierp, werd dit weder ingetrokken. Het toppunt van zijne macht bereikte I. lil bij het 4e concilie van Latranen (1215), waarbij de leer der transubstantiatie, de ontzegging van de nachtihaalskelk aan de leeken, en het verbod den Bijbel te lezen, kerkelijk werd vastgesteld. Tegen Albigenzen, Catharen en Waldenzen riep hij eenen verdelgenden kruistocht in het leven. Hij stierf 1216. De door 1.111 geschrevene Werken zagen 't licht 1552 en 1572 te Keulen; zijne Brieven (19 boeken) werden in 't lichtgegevendoorBaluze (Parijs 1682).
IV uit Genua, heette Sinibald Fieschi vóór zijne verheffing tot paus 1243. Duitschland en Italië werden toen beroerd door de twisten van keizer Frederik II met den Roomschen Stoel; de nieuwe paus zag zich reeds spoedig in de noodzakelijkheid zijne persoonlijke veiligheid te zoeken in de vlucht (1244), en hield 1245 te Lyon een concilie, waarbij Frederik II in den ban gedaan en van den troon vervallen verklaard werd. Eerst werd Hendrik Raspe, landgraaf vanThuringen.tot keizer verheven; daarna Willem, graaf van Holland. Tegen Frederik II liet I. IV eenen kruistocht prediken, en verklaarde zich na den dood van dien keizer (1250) eveneens tegen diens zoon en opvolger Koenraad. In 1251 keerde I. naar Rome terug; en na den dood van keizer Koenraad (1254)trad hij opalsbeschermervan diens zoon, den jongen Conradin, tegenover den eerzuchtigen Manfred; doch in hetzelfde jaar (1254) stierf I. IV.
V eerst dominicaner monnik, opvolger van Thomas Aquinas op den theol. leerstoel aan de universiteit van Parijs, werd 1272 aartsbisschop van Lyon, vervolgens kardinaal en bisschop van Ostia. Hij heette eerst Pierre de Tarentaise, werd 21 ian. 1276 tot paus verkoren, doch stierf reeds 22 Juni van datzelfde jaar.
VI, een Franschman, heette eerst Etienne d’Albert, werd 1352 verkoren, zetelde als paus te Avignon, en stierf anno 1362.
VII genaamd Cosmo de Megliorati, geb. te Sulmone in de Abruzzen, werd 1404 tot opvolger van Bonifacius IX verkoren, doch had als tegenpaus tegenover zich staan Benedictus XIII, en stierf 1406.
VIII een Genuees met name Giambattista Cibo, wegens de groote menigte kinderen, die hij had, bijgenaamd »Vader des Vaderlands”, werd door den invloed van den onderkanselier Borgia (dielater zoo berucht is geworden onder den naam van Alexander VI) tot de pauselijke waardigheid verheven. Behalve door het vernieuwen van de wetten tegen tooverij en hekserij, kenmerkt zijn pausschap (1484 —1492) zich voornamelijk door het aansporen van den ijver der vorsten van Europa tegen de Turken; hij eischte en verkreeg de uitlevering (1490) van den jongen prins Zizim (broeder en tegenstander van Bajazet II), die de wijk had genomen bij de ridders van Rhodus. De koning van Napels (Ferdinand) werd door I. VIII van den troon vervallen verklaard, en zijn rijk aan Karel VIII, koning van Frankrijk, geschonken ; doch na eenige onbeduidende gevechten sloot koning Ferdinand vrede met den paus (1492).
IX, geboortig uit Bologna, heette Giov.Alex. Faccbinetti, werd 29 Oct. 1591 opvolger van GregoriusXIV, doch stierf twee maanden daarna (30 Dec.).
X een Romein met name Giambattista Pamfili, werd 1644 verkoren tot paus, liet zich geheel en al regeeren door Olympia Maldachini (de weduwe zijns broeders), beroofde den hertog van Parma van zijn rijk, omdat deze den bisschop van Castro ter dood had laten brengen; de beide kardinalen Francisco en Antonio Barberini, werden door I. X in balliugschap gezonden, in weerwil zij zeer veel hadden bijgedragen tot zijne verheffing; 1651 veroordeelde I. X den Munsterschen vrede, 1653 de vijf vermaarde stellingen van Jansenius; hij bekleedde den pauselijken Stoel tot aan zijnen dood in het jaar 1665.
XI, uit Como geboortig, met name Benedictus Odescalchi, was eerst in krijgsdienst, en werd 1676 tot paus verkoren; hij was een vijand van de Jezuieten, streed te vergeefs tegen Lodewijk XIV over de uitbreiding der koninklijke rechten bij het benoemen van bisschoppen in Frankrijk, veroordeelde de leerstellingen van Molinos, den stichter van het Quietismus (1687), en stierf anno 1689.
XII, heette Antonio Pignatelli, werd 1691 verkoren, was gedurende 9 jaren een vriend der armen, een voorstander van recht, een streng handhaver van de kerkelijke tucht en van de goede zeden onderde geestelijkheid, in een woord een sieraad van de roomsch-katholieke Kerk, en stierf in 1700.
XIII de achtste paus uit het geslacht Conti, werd 1721 verkoren; hij beleende den keizer,tegen ontvang van den leencijns, met Napels, vaardigde 1723 de bul Apostolici ministerii uit, betreffende de kerkelijke tucht, verleende een jaargeld aan prins Eduard, den zoon van Jacobus II, en stierf 1724.
Gepubliceerd op 29-11-2021
Innocentius
betekenis & definitie