Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Waldenzen

betekenis & definitie

fransch Vaudois, eci.e m de 12e eeuw onder de leiding van Pierre de Va»\ (Petrus Waldus), een rijk burger te Lyon, aldaar ontstane kerkelijke partij, die, walgend van de zedeloosheid der geestelijkheid, zich van de Roomsch-knlholieke Kerk losnmakte, en zich onderscheidde door een streng zedeii]ken levenswandel. Om hunne reinheid van zeden werden ze ook Lathoren genoemd ; men noemde hen ook wel Geuzen van Lyon (om hunne vrijwillige armoede), ook Sabalati (omdat ze op klompen liepen), ook Humiliaten (om hunne groote nederigheid).

In 1184 door paus Lucius III in den ban gedaan, werden de W. het voorwerp dergruwelijksle vervolging: zij werden te vuur en te zwaard vermoord ter meerdere eere Gods, en niettemin groeide hun getal bestendig aan in geheel Danphiné, totdat ze door den kruistocht tegen de Albigenzen (waarmede men hen met verwarren moet) grootendeels verdelgd werden. Zij, die het ontkomen konden, reddeden zi< h door de vlucht, en verspreidden zich over een groot gedeelte van Europa, inzonderheid in de bergstreken van Provence en Piemont, waar zij een gennmeu tijd mei rust werden gelaten, doch eindelijk, door het uitmoorden van Cabrières en Merindol, in Frankrijk zoo goed als vernietigd werden (1545). Ook de W. iu Piemont waren het voorwerp van veel vervolging,en werden gedwongen om hunne ketterij af te zweren of gestralt te worden, met den dood, waarom de meesten -Ie vlucht namen naar Zwitserland (1686—87). Victor Amedeüs vergunde hun echter reeds in 1689 om terug te keeren naar Piemont, waar ze staande zijn gebleven tot op den huidige» dag. Bij patent van 17 Febr. 1848 werd hun door den koning van Sardinië vrijheid van godsdienst en godsdienst-oefening verzekerd.

< >