Anaemie. Bij deze ziekte is óf de hoeveelheid bloed belangrijk verminderd, óf de samenstelling van het bloed gewijzigd. Het eerste geval doet zich voor na een zwaar bloedverlies; deze toestand is in den regel van korten duur, daar het organisme spoedig het tekort aanvult.
De verandering der samenstelling van het bloed bij de eigenlijke B. bestaat in een vermindering der bloedkleurstof (haemoglobine) en bijna altijd ook van het aantal roode bloedlichaampjes. De oorzaak der B. kan zijn: slechte voeding, ongezonde woning, zware en chronische ziekten (b.v. typhus, malaria, tering, nierziekten), sommige metaalvergiftigingen, enz.Een bijzondere vorm van B. is de Bleekzucht (zie aldaar). De verschijnselen van B. zijn bleeke kleur van lippen en oogleden, kortademigheid, een gevoel van zwakte en vermoeidheid, hartkloppingen, hoofdpijn, flauwvallen, zenuwstoornissen, soms koorts en eiwitpis. Een bepaalde soort van B. komt voor bij mijnwerkers, tengevolge van ankylostomum duodenale (zie Wormziekte). Een zeer zware vorm van B. is de voortschrijdende kwaadaardige B. (progressieve pernicieuse anaemie), die onder verschijnselen van toenemend bloedgebrek, pijnen in de beenderen en bloedingen op verschillende plaatsen binnen een jaar doodelijk verloopt. De behandeling der B. bestaat in zorg voor goede voeding, goede verpleging, ijzer- en arsenicumpreparaten. Soms rustkuur, rust-mest-kuur enz.
