Betekent letterlijk ‘gastverblijf’ maar kreeg in de jaren negentig de wrange bijbetekenis van grensgevangenis (men spreekt doorgaans over een grenshospitium“) waar asielzoekers worden vastgehouden die geen kans maken op een verblijfsvergunning.
Als je wel tijd hebt weten uit te trekken om een hospitium (ander woord voor concentratiekamp) te creëren, omgeven door prikkeldraad en tralies, voorzien van bewakers, en het dan olijk te laten openen door zo’n godgeklaagd figuur als Kosto, die zich dan ook nog, samen met de genodigden, te goed mag doen aan hapjes en drankjes, dan is er iets verschrikkelijk mis met de mensen van de leiding.
Robert Long: Liegen mag! 1993